Natuurbeschermers en bewoners zien dat de Veluwe snel verandert. Eikenbomen sterven, de bodem wordt giftig, het paars van de heide maakt plaats voor grauwe velden. De gevolgen van klimaatverandering, stikstof en vermesting. Tegelijk is het debat over de natuur gepolitiseerd en gepolariseerd. De perspectieven van boeren, bewoners, recreanten en ecologen lijken alleen maar te botsen. Zelden gaat het in het publieke debat over wat natuurverlies met ons doet.
In Lab Landschapspijn dwaalden 30 bewoners van de Veluwe in de lente van 2025 met ecologen, filosofen en kunstenaars 4 zondagmiddagen door Landgoed Warnsborn en over de Koningsheide en de Arnhemse Heide. Samen onderzochten zij hoe klimaatverandering en stikstofneerslag de natuur en onszelf veranderen. Ze deelden kennis, oefenden zich in beter kijken en onderzochten wat het veranderende landschap betekent. Op creatieve wijze gingen zij aan de slag met hun vragen, bevindingen, zorgen, vreugde en onbehagen. Ofwel: filosofisch veldwerk.
Deze website is een reflectie van dit project.

In deze luisterwandeling nemen deelnemers van Lab Landschapspijn je mee in hun beleving van het veranderende landschap. Trek je wandelschoenen aan en luister naar hun vragen, zorgen en bevindingen. Deze luisterwandeling is gemaakt door Kitty Munnichs in juni 2025.
land.schaps.pijn
Algemeen Nederlands Woordenboek:
‘Schrijnend gevoel dat of pijn die iemand ervaart bij het zien verschralen van een landschap, bijv. door het verdwijnen van planten-, insecten-, en vogelsoorten’
Aard herkomst: inheems woord. Vroegste datering: 2016.


“Het lijkt op het eerste gezicht een paradijs en ik houd van deze plek. Maar tegelijkertijd weet ik maar al te goed wat ik niet meer zie en niet meer hoor.
Dat ik inwendig juich bij elke vogel die ik hoor en bij elke hommel, wilde bij en vlinder die mijn inheemse bloementuin bezoeken zegt alles.
Het verdriet is onder mijn huid gaan zitten. Ik weet te veel, mis te veel, voel me schuldig bij alles wat ik doe, ben de onverschilligen gaan haten.” Arita
“Waar ik urgentie voel en zie hoe schade gedaan wordt, zien anderen dat totaal niet. Die confrontatie wekt vervreemding, eenzaamheid en soms ook wanhoop op.
Een sproeier op klaarlichte dag in de hitte en wind midden in een tijd van droogte. Of: loslopende honden in het voorjaar, wanneer reekalveren in het bos liggen en bodembroedende vogel jongen hebben.” Dirk
“Ik ervaar vooral landschapspijn bij zeer directe ervaringen. Bij eenduidige sensaties zoals geur of geluid. Ik vind het lastiger om iets visueels aan te wijzen waar ik landschapspijn bij ervaar, behalve daar waar destructie erg zichtbaar en eenduidig is – zoals bij steengroeven (in de Alpen) en enorme loodsen en dozen in het landschap.
Verder “zie” ik (nog) te weinig. Ik weet niet wanneer iets ‘normaal’ verval is, wanneer iets problematisch – en dus pijnlijk – is.” Kitty
aandacht & opmerkzaamheid?
Met Lab Landschapspijn poogden we een praktijk van ‘ecologische rouw’ vorm te geven. Of misschien eerder, zoals de Amerikaanse denker Joshua Tray Barnett noemt: waakzame rouw. Een praktijk van opmerkzaamheid en alertheid, aandacht en afstemmen, observeren en beschermen.
We wandelden, zaten stil, luisterden, tekenden, schreven. Wat doet dit landschap met ons? Wat is er ‘heel’ of juist ‘beschadigd’?
In hoeverre raken we ‘plantenblind’; zien we bomen en planten slechts als een onveranderlijk groen decor van ons leven?
Of lijden we aan ‘natuuramnesie’: zijn we gewend aan vergrasde heidevelden, verschraalde landschappen, stervende bomen?
We verdiepten ons in de Zomereik, Bonte vliegenvanger, Zwarte heidelibel, Klokjesgentiaan, Tapuit en Heivlinder. Hoe verandert hun leven door klimaatverandering en stikstofvervuiling? Hoe verandert hun (uit)sterven de Veluwe? En ons?



“Ik kijk vaak naar bomen en dan vraag me af: leef je nog? Zeker in het voorjaar. En dan probeer ik nieuwe blaadjes te spotten. Zodat ie mij vertelt dat ie nog leeft.” Willy.
“Het moment dat mij het sterkst bijblijft is de kring op het defensieterrein, toen we in stilte luisterden naar de eerste regendruppels die – na bijna een maand droogte – vielen, in een bijna desolaat en uitgedroogd landschap.” Hans
“Als ambassadeur van de Bonte Vliegenvanger, verdiep ik me in deze vogel. Ik lees dat ze 9 tot 15 gram wegen. Ik pak m’n keukenweegschaal om daar gevoel bij te krijgen. Van alles leg ik erop om op hetzelfde gewicht uit te komen en verwonder me dat mijn fietssleutel zelfs zwaarder is – doorgaans mijn verplaatsmiddel. Dus die vogel, kleiner dan een roodborstje, is lichter dan mijn fietssleutel en kan zich gewoon over de Sahara verplaatsen! Dat is toch waanzinnig?” Phebe.
zorgen voor de Veluwe?
We verkenden verschillende benaderingen van zorg, en voerden allemaal een eigen ‘act of care’ uit.
“Paddendril uit een opdrogende wadi verplaatst naar speciekuipen. Helaas niet gelukt.”
“Een protestactie voor biodiversiteit bijgewoond waar ik geen zin in had maar me wel verantwoordelijk voor voelde.”
“Heerlijke aarbeien uit de tuin offeren aan de net uitgevlogen merels.”
“Campagne bedacht om de Zwarte Heidelibel te helpen: tegel eruit, vijver erin!”



“Caring means becoming subject to the unsettling obligation of curiosity, which requires knowing more at the end of the day than at the beginning” Donna Harraway
Haraway D. (2008) When Species Meet, Minneapolis: University of Minnesota Press.
Soms was er weerstand, voor de blik van de ander, voor pijnlijke kennis, angst voor het verlies van een zorgeloos genieten, voor het krijgen van een ‘zeurderige blik’.
Willen we wel weten wat er aan de hand is? Hoe kan genieten van wat er wel is, samengaan met verontrusting over wat er niet meer is? Hoe houden we het uit met tegenstrijdige gevoelens?
Welke veranderingen moeten we omarmen, en tegen welke mogelijke verliezen moeten we ons verzetten?
medicijn?
Kan landschapspijn ons helpen om meer betrokken te zijn bij ecologisch verliezen op de Veluwe?
Om met nieuwe ogen te leren zien, de veranderende wereld en onze plek daarin opnieuw te leren kennen. Om dieper te voelen, een oefening om het meer-dan-menselijke leren lief te hebben. Rouwen als een manier om woorden te vinden voor wat je raakt, je te engageren met wat we dreigen te verliezen en je te verzetten tegen een gestaag voortdenderend ‘business as usual’.
Ecologisch rouw niet zozeer als een gevoel, maar des te meer als een ‘skill’: een vaardigheid die ons helpt meer afgestemd en zorgzamer te leven.



“De stilte tijdens de wandeling vandaag zakte helemaal in me. En dat gaf me een enorm gevoel van kracht, om zo met z’n allen in stilte te lopen. Wetend dat we allemaal ongeveer hetzelfde hebben: dat we landschapspijn ervaren en dat we willen dat de natuur niet zo hard achteruit gaat en hersteld wordt.” Leonoor
“Toch is de plek waar ik landschapspijn voel, ook een plek van Landschapshoop. We zijn er iets beters aan het maken. Herstel gaat decennia kosten maar wij zijn vastbesloten.” Maarten“Deelnemen aan Lab Landschapspijn was een bijzondere en troostende ontdekkingsreis. Ik leerde dat je niet iedereen kan redden, maar dat iedereen wel iemand kan redden. En dat je pas weet welke pijnstiller werkt als je weet wat je pijn doet.” Phebe.
“Dit is precies wat ik voel: het is om te janken zo mooi.” Barbara
Lab Landschapspijn is een platform voor publieksprogramma’s en onderzoek naar hoe te leven in tijden van ecologisch verlies. In onze projecten komen kunst, filosofie, contemplatie en ecologie altijd samen.
Lab Landschapspijn is een inititief van Evanne Nowak. Zij ontwikkelt publieksprogramma’s op het snijvlak van cultuur en natuur en doet als promovendus aan de VU onderzoek naar ecologische rouw, zingeving en geestelijke zorg in het licht van de ecologische crisis. Sinds 2018 faciliteert ze contemplatieve dialogen over de emotionele en existentiële impact van klimaatontwrichting, in weilanden, langs rivieren of op kantoor. Lees hier een interview met haar over deze gesprekken, of lees haar essay ‘Waarom we moeten leren rouwen over ecologische ontwrichting’ in het boek ‘De Stem van de Noordzee‘ (Boom Filosofie, 2020).
Anje Jager is vormgever, illustrator en educator, en docent aan ArtEZ. Ze werkt vaak met studenten in de natuur.
Dirk Hilbers is bioloog en filosoof, universitair docent, en oprichter van de natuurgidsenreeks Crossbill Guides. Hij schreef o.a. de editie over de Veluwe, die werd genomineerd voor de Jan Wolkers Prijs.
Kitty Munnichs is kunstenaar, verhalenverteller en podcastmaker. Ze maakte o.a. de reeks ‘De Rouwbiecht’ over verlieservaringen.




Lab Landschapspijn Veluwe werd mogelijk gemaakt door Fonds voor Cultuurparticipatie.
